Door op een foto te klikken krijgt u een vergrote weergave. De foto, vooral de scherpte, is dan echt van veel betere kwaliteit.

Op mijn beelden rust copyright (© advanduren) en ze mogen niet voor andere doeleinden worden gebruikt dan waarvoor mijn schriftelijke toestemming is verleend.

donderdag 24 december 2020

Waterspreeuw

Na de Zeelandblogs waar allerlei (vogel)soorten de revue passeerden nu aandacht voor slechts een soort. Een soort die al heel lang op mijn verlanglijstje stond en tot mijn verbeelding spreekt. Een soort ook die niet zo veel en zo vaak in Nederland voorkomt en daarom van mij een heel blog mag opeisen. We hebben het hier over de waterspreeuw. Vaak zag ik hem in natuurdocumentaires en dacht dan, wat zou het toch mooi zijn als ik die eens uitgebreid kon fotograferen. Eens kon ik een glimp van hem opvangen ergens in Zuid-Limburg langs een snelstromend en ondiep riviertje, zijn biotoop, maar een foto er van maken zat er niet in. Dit biotoop komt in Nederland ook niet zoveel voor en toen we dan ook afgelopen oktober, tussen de twee lock-downs in, besloten om een weekje naar een camping in Luxemburg te gaan gingen mijn gedachten al gelijk uit naar het op de gevoelige plaat zetten van deze mooie soort. Immers in Luxemburg zijn, zeker in het gebied dat bekend staat als klein Zwitserland, voldoende plekjes aanwezig die voldoen aan de eisen die deze vogel aan zijn biotoop stelt.

Tijdens een wandeling zagen we hem al over een bergstroompje vliegen om heel veel verderop ergens onder de takken op een steen te gaan zitten. Met de verrekijker goed te zien, maar onbegonnen werk om te proberen er foto's van te maken, te ver weg en te weinig licht. Enkele dagen later stond op een andere plek een flinke wandeling op de planning en ik had op een kaartje van het gebied al gezien dat het hele traject om een kronkelend bergriviertje liep. Ik besloot daarom toch maar, ondanks dat ik wist dat het een gesjouw zou worden, mijn spiegelreflex met telelens mee te nemen. Samen met de batterijgrip met 2e accu en een teleconverter praat je dan toch al gauw over 5,5 kg. en die over een afstand van 12 km. mee zeulen is behoorlijk intensief kan ik je verzekeren.

Maar al gauw constateerde ik dat deze moeite niet voor niets was. Na enkele km.'s over een rotspad waar het riviertje ver beneden ons door een spelonk stroomde daalde het pad naar beneden af en kwamen we bij het riviertje uit. Al snel hoorde ik het kenmerkende schelle roepje van de waterspreeuw. Tegelijk constateerde ik dat het nog niet mee zou vallen om er hier foto's van te maken, aan weerszijden van het pad rezen tientallen meters hoge rotsen op en het was er donker. De iso-waarde zou dus wel omhoog moeten om uit de hand te kunnen fotograferen met als gevolg meer ruis. 

Terwijl ik een waterspreeuw probeerde te volgen die over het riviertje scheerde wenkte mijn vrouw, die met de verrekijker een stuk verderop stond dat daar een waterspreeuw op een steen zat. Ik ben er voorzichtig naar toe gelopen en ben gaan fotograferen terwijl ik steeds na enkele foto's een stukje dichterbij sloop. De vogel zat daar blijkbaar op z'n vaste stekje, gezien de uitwerpselen op de steen, en vertoonde weinig argwaan of vluchtgedrag. Zo kon ik een hele serie schieten waar overigens eenmaal thuis in de nabewerking nog best veel aan gesleuteld moest worden gezien de hoge iso-1000 waarde die ik moest gebruiken. Maar al met al ben ik uitermate tevreden met deze serie en ik hoop dat jullie dat kunnen bevestigen.

Hartelijk dank nog voor jullie reacties op mijn laatste Zeelandblog over de Prunjepolder en Koudekerkse Inlaag (klik hier) en veel plezier bij het bekijken van dit blog.

Groeten, Ad


Waterspreeuw. In Europa komen twee varianten voor te weten die met een bruinzwarte buik en donkerbruine kruin voornamelijk in noord en oost Europa en delen van Frankrijk en die met een roodbruine buik en bruine kop vooral in Brittanniƫ, Ierland, Belgiƫ en midden Europa. Hoewel die laatste hier dus meer voor de hand zou liggen hebben we toch te maken met de donkere variant.


Aan de uitwerpselen op de rots was te zien dat dit zijn vaste stekje was van waaruit hij de bedding van het hele riviertje kon overzien.

De omstandigheden waren uiterst belabberd, echt heel donker, er viel enkel wat licht van boven tussen de overhangende rotsen en takken door op de plek. Als je onder zulke omstandigheden met 5,5 kg. uit de hand wilt fotograferen moet je de iso-waarde flink opvoeren en dan nog kwam ik hier aan een sluitertijd van slechts 1/60 sec. 


Ik kwam steeds wat dichterbij. Beetje jammer van de takken op de voorgrond, maar ik vond het te ver gaan om deze weg te shoppen en ik kon niet een positie innemen dat deze uit het beeld bleven.



Hier zou je bijna denken aan de lichtbruine variant, maar dat ligt aan de reflectie van het licht via de vegetatie rechts die in beeld kwam toen ik nog iets dichterbij kwam en mijn positie enigszins wijzigde.


En natuurlijk heeft ook de manier van afwerken z'n effect.



Typisch gedrag van een waterspreeuw, hij zit niet alleen voortdurend te wippen zoals we dat ook kennen van ijsvogels en kwikstaarten, maar steeds knijpt hij ook z'n ogen dicht waarbij het knipvlies zichtbaar wordt. Geen idee waarom ze dat doen.


Hoewel ik hier toch al vrij dichtbij zat kneep hij toch z'n ogen dicht, een teken dat het beestje zich nog steeds op z'n gemak voelde. Ook het staan op 1 poot is een teken dat een vogel zich nog comfortabel voelt. 


Veel dichterbij wilde ik dan ook niet gaan.


Ondanks de rust die hij uitstraalde hield hij toch steeds de omgeving in de gaten en met name ook de lucht tussen de rotswanden om eventuele roofvogels voor te zijn.



Nog enkele impressies van deze prachtige vogel.


Ik was overigens wel blij dat ik ondanks de donkere locatie toch nog een lichtje in het oog mee kon fotograferen.


Toen ik na lang wachten in de gaten kreeg dat de vogel zich nog steeds op z'n gemak voelde ben ik nog wat dichterbij gegaan waardoor ik een rustiger achtergrond kreeg.


Tenslotte kon ik nog deze foto maken, het mugje als mooie bonus in de achtergrond. Daarna ben ik weggegaan en zijn we doorgelopen om de vogel z'n rust te gunnen.


Enkele km's verderop kwamen we nog een waterspreeuw tegen onder nog slechtere lichtomstandigheden. Hoewel de kwaliteit van deze foto's wat minder is neem ik ze hier toch op omdat ze weer heel ander gedrag van de waterspreeuw laten zien in een totaal andere setting.


Deze waterspreeuw stond bij een grindbedje in het riviertje te kijken of hij tussen de aangespoelde bladeren iets van z'n gading kon vinden.


Uiteindelijk ving hij een kokerjuffer. Helaas niet helemaal scherp, maar ik wilde dit toch zeker ook laten zien.


Tenslotte zwom hij er met de kokerjuffer vandoor. Waterspreeuwen kunnen makkelijk onder water lopen en middels hun vleugels onder water zwemmen omdat het een van de weinige vliegende watervogels is die geen holle botten hebben. Zo zie je dat de natuur overal een oplossing voor heeft.



vrijdag 11 december 2020

Prunjepolder/Koudekerkse Inlaag

Als laatste blog van de serie over Zeeland besteed ik hier aandacht aan een gebied dat niet zo ver van de Brouwersdam vandaan ligt, n.l. het gebied van de Prunjepolder met daarbij de Plompe toren van Koudekerke. We zijn al veel vaker in dat gebied geweest waar over het algemeen veel te zien is en waar ik in het verleden best veel foto's maakte. Die foto's zullen zeker nog een keer in een blog voorbij komen. Dit keer viel het qua soortenaantal wat tegen. Dit voorlopig laatste blog over Zeeland is dan ook vrij kort (ook wel eens leuk) en beperkt zich tot slechts vier soorten. Ik hoop dat het desondanks de moeite waard is om het te bekijken.

Bedankt nog voor jullie leuke reacties op het blog over de Brouwersdam (klik hier) en veel kijkgenoegen weer bij dit blog.

Groeten, Ad


In een plasje naar de polder zwom dit mannetje brilduiker. Ik vind het een prachtig sierlijk eendje door de fijne tekening in de flank en het sprekende gele oog.


Brilduiker mannetje, kenmerkend ook die witte wangvlek en een groenige kop. 



Als hij omhoog kijkt zie je pas goed die merkwaardige knobbel op z'n kop. Het is de typische vorm van baltsgedrag dat al heel vroeg in het voorjaar, in dit geval eind januari, begint.


Ze zijn vrij schuw en blijven over het algemeen nogal ver uit de oever. Ik had gehoopt dat hij nog even z'n vleugels zou strekken, maar dat was dit keer teveel gevraagd. In een eerder blog over Zeeland waar de brilduiker een rol in speelde was dit wel het geval. Als je dit nog eens wil terugkijken klik dan (hier)  



Boven de polder met bedrijfsgebouwen op de achtergrond vloog een grote groep brandganzen.



Dit was kort voordat de landing werd ingezet waarna de vogels nog even gingen foerageren voor de nacht. Het was inmiddels na vieren in januari en de schemering zou weldra invallen. Het moment van het landen kon ik helaas niet fotograferen omdat een paar bomen het zicht belemmerden.



Op de oever van een plas in de polder stond deze jonge, geringde lepelaar die hier kennelijk de winter doorbracht terwijl een soortgenoot in de slenk hem gezelschap hield. Het zijn blijkbaar voornamelijk jonge lepelaars die hier hun eerste winter doorbrengen.



Jonge lepelaar.


Aan de rand van de Prunjepolder zat dit torenvalk vrouwtje in een struik. Daar heb ik me kostelijk mee vermaakt. 



Door steeds een klein stukje dichterbij te rijden toonde het geen enkele argwaan en kon ik het steeds closer in beeld krijgen.



Ik heb in de nabewerking behoorlijk zitten stoeien met de witbalans. Bovenstaande drie foto's geven aan hoe de situatie echt was, behoorlijk koele kleuren in deze tijd van het jaar en op dit tijdstip van de dag. 



Een aantal foto's heb ik een stuk "warmer" afgewerkt en omdat ik er niet uitkwam wat nou mooier is en omdat dit blog toch vrij kort is met een beperkt aantal soorten, heb ik van dit torenvalkje een kleine serie opgenomen.



Torenvalk vrouwtje.



Prachtige vogels zijn het met een wat katachtig uiterlijk vind ik.



Hoewel aan de uitdrukking van dit vrouwtje niet direct die pracht valt af te lezen.



Qua houding vond ik dit zelf de mooiste foto. De overgang van de kille januarimiddag naar de avond, het was inmiddels 16.30 u., komt hier wel tot uiting.



Van een afstand niet zichtbaar, maar met die koele kleuren krijg je een gigantisch spinnenweb tussen de takkenstructuur te zien.



Ik was intussen aardig dichtbij gekomen en heb tenslotte voor deze laatste foto de kleuren flink "opgewarmd".

Slotwoord: In dit en de twee vorige blogs zijn foto's opgenomen die allemaal op een en dezelfde dag gemaakt zijn. Het bewijst, mits je een beetje geluk hebt natuurlijk, dat zo'n dagje Zeeland aan een natuurfotograaf wel besteed is. Het is die dag dan ook volop genieten geweest.
De volgende keer besteed ik aandacht aan een vogel die al heel lang op mijn verlanglijstje stond. Nu lukte het me eindelijk eens om die op de gevoelige plaat vast te leggen: de waterspreeuw.
Tot dan.

vrijdag 27 november 2020

Brouwersdam

Als vervolg op ons tochtje door Zeeland hebben we na de Grevelingen en Plan Tureluur (klik hier) de Brouwersdam aangedaan. De Brouwersdam is een typische winterlocatie, in het voorjaar, de zomer en de herfst moet je daar als natuurfotograaf niet zijn. Het is er dan vergeven van de toeristen (vooral heel veel Duitse) met campers en caravans. Ze staan praktisch tegen elkaar en je kunt als fotograaf nauwelijks een plekje vinden om rustig te fotograferen. Vooral het stuk waar veel gekitesurft wordt is het domein van de badgasten waar je als fotograaf beter weg kunt blijven. Uiteraard zijn er dan ook nauwelijks vogels om te fotograferen, die hebben hun heil elders gezocht waar het rustiger is. Wat mij betreft zou het niet verkeerd zijn als ze daar, evenals op een camping, staangeld gingen heffen voor dagrecreatie. Nu is het gratis, waar is dat tegenwoordig nog, waardoor het massa's mensen aantrekt wat de rust en de natuur zeker niet ten goede komt.

We hadden die dag in januari geluk, niet minder dan elf soorten kon ik daar fotograferen waaronder de al lang op mijn wensenlijstje staande ijseend. Het was een hele klus om de foto's voor dit blog te kiezen. Ik selecteerde en bewerkte ongeveer 120 foto's en na lang wikken en wegen, doorselecteren en elimineren bleven er uiteindelijk 37 over.

Behalve genoemde ijseend(en) kon ik die dag een drietal soorten futen fotograferen zonder dat daar overigens de "gewone"fuut bij zat. Alhoewel ze soms wat ver weg zaten was ik heel content zowel de geoorde fuut, de kuifduiker als de roodhalsfuut te kunnen fotograferen, uiteraard allen in winterkleed.

Ik hoop dat jullie je vermaken met het bekijken van dit blog en bedank iedereen nog voor de leuke reacties op het vorige, bovenstaande blog.

Groet, Ad


IJseend woerd, het zijn prachtige eenden waarvan de mannetjes in de winter verlengde schouderveren hebben en meestal ook verlengde staartveren, een kenmerk wat ze delen met de pijlstaarten uit mijn vorige blog. Om wat voor reden weet ik niet, maar dit mannetje miste die staartveren.


Er zwommen ook enkele middelste zaagbekken. Hier het mannetje met prachtig gekleurde veren en snavel en de kenmerkende kuif.



Middelste zaagbek mannetje.



Middelste zaagbek mannetje, ik vind het samen met het mannetje van het nonnetje de mooiste vogels uit de familie van de zaagbekken.


Zo van achter gefotografeerd lijkt de kuif door het perspectief nog groter.


De vrouwtjes zijn wat minder uitbundig gekleurd, maar ook zij hebben een prachtige kuif.


Vrouwtje middelste zaagbek, trots kijkend.



Vrouwtje middelste zaagbek strekt de vleugels.


Vrouwtje middelste zaagbek, als een dirigent ging ze rechtop in het water staan, het gespitste kuifje heeft wel iets komisch.


Vrouwtje middelste zaagbek, doordat ik een klein deel van de oever mee kon fotograferen ontstaat er een contrast tussen de complementaire kleuren van de snavel en de begroeiing. Dit was overigens aan de Grevelingenkant van de Brouwersdam.



Deze zilvermeeuw had een zwaardschede gevonden die hij probeerde open te krijgen.


Zilvermeeuw.


Omdat de ijseend de "hoofdpersoon "vormt in dit blog wil ik er wat meer van laten zien, daarom heb ik ze opgedeeld in twee blokjes.


IJseend mannetje.


De veren werden volop gepoetst.


IJseend mannetje.


In de spuisluis zwommen enkele zeehonden, waaronder deze gewone zeehond, herkenbaar aan z'n ronde kop.


Ook de andere in Nederland voorkomende soort, de grijze zeehond te kennen aan z'n kegelvormige snuit, gaf acte de prƩsence. Hier zijn z'n snorharen mooi te zien.



De enorme neusgaten kunnen ze helemaal openzetten en trekken ze weer dicht als ze onderduiken.


Als je naar die ogen kijkt dan weet je waarom ze het een hond noemen. De lichtomstandigheden waren hier overigens abominabel. 



Buiten de ijseend was de kuifduiker voor mij best wel een bijzondere soort om te kunnen fotograferen.



Je herkent hem niet alleen aan het rode oog want dat hebben wel meer soorten o.a. de geoorde fuut zoals verder hieronder blijkt, maar vooral ook aan het witte puntje aan zijn snaveluiteinde. Verder is de kruin vrij vlak met een puntje aan de achterkant.



In winterkleed is de kuifduiker best al een hele mooie vogel, maar wat zou ik hem graag eens in zomerkleed fotograferen met die oranje kuif en zwarte wangflappen. 


Een andere soort van de familie van de futen is de roodhalsfuut, goed te onderscheiden van de andere futensoorten door de gele snavelbasis en de de donkere hals die bij de "gewone" fuut wit is. Deze foto is een behoorlijke crop, maar ik wilde hem er graag bij hebben, niet alleen omdat het mijn eerste waarneming is, maar vooral om het verschil tussen de diverse soorten futen te duiden.



De laatste soort is de geoorde fuut met zijn kenmerkende opgewipte snaveltje en steile voorhoofd. Deze soort fotografeerde ik talloze malen in zomerkleed, maar mooi is hier te zien hoe hij in winterkleed zo gelijkend is op zijn soortgenoten uit de futenfamilie. 



Geoorde fuut, evenals de kuifduiker rode ogen dus en zoals alle leden van de futenfamilie een flinke dot poederdons aan z'n kont. 


De druppel op z'n rug vond ik wel een leuke bonus.


Zoals gezegd nog een blokje van de ijseend.


Er werd volop aan het verenonderhoud gedaan, meestal een teken dat een vogel goed gezond is.


IJseend.



IJseend.



IJseend, hier zijn goed de verlengde schouderveren te zien. Jammer nogmaals dat hij die lange staartveren mist, maar dan blijft er voor de toekomst qua fotografie van deze soort nog wat te wensen c.q. te verbeteren.



Een (nog) wat vaker voorkomende soort is de scholekster, maar zoals met zoveel soorten gaat het ook met deze soort helaas steeds slechter.


Scholekster, altijd een uitdaging om vogels vliegend te fotograferen, maar hier was ik eigenlijk een fractie laat, dan heb je de vogel schuin van achteren.



Steenlopers zie je eigenlijk altijd wel aan de kust, hier volop badderend.


En om snel weer droog te worden geldt maar een devies: flink met je vleugels wapperen.


Als laatste deze buizerd als opstapje naar het volgende en (voorlopig) laatste blog over Zeeland dat zal gaan over het gebied rond Koudekerke en de Prunjepolder. 

Tot dan.