De meeste vogelaars/vogelfotografen hebben een wensenlijstje dat als het goed is in de loop der jaren steeds kleiner wordt. Soms gebeuren er dan ineens onverwachte dingen, meestal als je er niet op voorbereid bent. En dat vind ik nou net een van de leukste aspecten van natuurfotografie naast uiteraard het lekker buiten in de natuur zijn.
Ik heb uiteraard ook zo'n lijstje, ook wel bucketlist genoemd, en met mijn inmiddels tientallen jaren ervaring in de vogelfotografie heb ik al heel wat mooie soorten aan mijn portfolio kunnen toevoegen, soms door er bewust naar toe te gaan omdat ik er informatie over had en soms ook door er toevallig tegenaan te blunderen zoals dat tegenwoordig zo mooi heet. Soorten als de bijeneter, de roodkopklauwier, de rode wouw, de grauwe kiekendief, de Daurische klauwier, de witkeelkwikstaart, de roerdomp en het bokje, de steltkluut en de witwangstern, de waterspreeuw en de blonde ruiter, de slangenarend en de oehoe, de velduil en recent de grote karekiet zijn zo van die soorten die ik in de loop der jaren voor de lens kreeg.
Maar een soort die veruit bovenaan mijn lijstje stond en waar ik al zeker 15 jaar naar op zoek was is de draaihals. Meerdere keren per jaar gaan we naar Texel en het gebied de Tuintjes daar is een hotspot voor de draaihals, dus altijd als we daar waren ging ik meerdere keren op zoek, maar altijd tevergeefs. Vaak ook zag ik hem voorbij komen op diverse forums, maar nooit lukte het me om op het juiste moment op de juiste plek te zijn.
Tot die ochtend in mei van dit voorjaar. Ik ging naar een van mijn favoriete local patch aan de rand van de Groote Peel een km. of twintig hier vandaan. Daar volg ik al jaren meerdere paartjes grauwe klauwier en ooit maakte ik er van zeer dichtbij foto's van een koekoek. Ook nu was mijn focus gericht op de grauwe klauwier en die vond ik ook. Maar groot was mijn vreugde toen ik plotseling op toch nog behoorlijke afstand een draaihals hoorde roepen. Een kenmerkend geluid, eigen voor veel spechten, een familie waartoe ook de draaihals behoort. Ik had hem al snel gelokaliseerd maar kon slechts enkele foto's maken voordat hij door een passerende wandelaar alweer op de wieken ging. Maar, hij was na zo lange tijd eindelijk binnen.
Achteraf zag ik overigens dat ik onwetend die ochtend nog een redelijke zeldzaamheid had gefotografeerd. Veel kijkplezier en bedankt nog voor de leuke reacties op mijn vorige blog over de flamingo's. (klik hier)
Groeten, Ad
Toen ik net aan m'n wandeling in het gebied begon zag ik deze fitis tussen de dode takken van een den zitten.
Die takken verdienen niet de schoonheidsprijs maar ik vond het bkeh in de achtergrond dan wel weer mooi.
In de Peel kom ik altijd wel de onvermijdelijke geelgors tegen. Ik weet dat hij in het westen vrij zeldzaam is, maar hier gaat het goed met de soort.
Als je een geelgors ziet duurt het gewoonlijk niet lang voordat hij begint te zingen.
De eerste strofen van de 5e symfonie van Beethoven zijn heel herkenbaar. Het is waarschijnlijk dat Beethoven bij het schijven van zijn symfonie de geelgors als zijn inspiratiebron heeft gekozen. Toch mooi dat de natuur en zo'n klein vogeltje zo'n grote rol in de muziekgeschiedenis speelt.
Het zingen gebeurt uit volle borst. Hier niet zo goed te zien, maar je krijgt bij dat zingen soms de indruk dat de ondersnavel loszit, een kenmerkende eigenschap die je bij alle gorzen ziet.
Tijdens mijn wandeling kwam ik ook de boompieper tegen.
Ik probeerde voorzichtig wat dichterbij te komen.
Boompiepers en ook graspiepers trouwens zijn niet erg schuw en ik kon dan ook moeiteloos wat naderen.
Uiteindelijk kon ik deze redelijke close-up maken. Dat probeer is tegenwoordig niet standaard omdat ik een vogel in z'n omgeving ook erg mooi vind. Daarom tracht ik het wat af te wisselen.
Deze fazanthaan had ik al de hele tijd horen roepen. Toen hij z'n kop boven het kruidenveld uitstak kon ik het niet nalaten hem ook maar even te fotograferen.
En toen hoorde en en zag ik plotseling de draaihals zoals ik in mijn inleiding schreef, een eureka moment.
Na hiervan te zijn bekomen ging ik verder op zoek naar de soort waar ik eigenlijk voor kwam en die vond ik ook, de grauwe klauwier.
Dit mannetje met z'n boeventronie zat rustig op een tak de omgeving te verkennen.
De mannetjes hebben een fijne zachtroze borst en ik had het geluk dat er net een lichtje in het oog scheen.
Ze zitten soms lang op een hoog punt om van daaruit de omgeving af te speuren naar prooi, meestal grote insecten, om met een snelle duikvlucht die prooi te grazen te nemen en die vervolgens op de tak waarop ze zaten te verorberen.
Later ben ik nog diverse malen terug geweest en heb daar toen ook foto's van de jongen kunnen maken. Ik wil daar op korte termijn nog een apart blog aan wijden.
Om nog even terug te komen op hetgeen ik opmerkte bij de foto's van de boompieper maakte ik deze foto van een roodborsttapuit toen ik hem al redelijk dicht genaderd was.
En even daarvoor maakte ik deze foto. Ik vind de laatste foto waarop de spechtenholen in de dode boom zichtbaar zijn meer zeggingskracht hebben, ook al zegt dat natuurlijk niets over het biotoop van een roodborsttapuit.
Nadat ik de roodborsttapuit had achtergelaten zag ik aan de andere kant van het pad in de bramenstruiken deze libel zitten. Ik maakte er een enkele foto van en liep verder. Ik had hem niet zo goed bekeken en dacht dat ik een viervleklibel gezien had. Ik ben ook niet zo'n libellenkenner. Later thuis ontdekte ik pas dat het om de vrij zeldzame bruine korenbout ging, althans volgens mijn libellengids. Een vrouwtje in dit geval. Een tweede primeur dus die dag. Weliswaar een wat rommelige compositie, maar met de soort was ik wel blij.
Ik vervolgde mijn pad en zag hoog in een dode den nog een boompieper zitten.
Het gebied herbergt meerdere paartjes grauwe klauwieren. Dit mannetje zat boven in een dode struik op de uitkijk. Het licht dat door de bomen in de achtergrond schijnt werkte wel lekker mee als bokeh.
Een ander voorbeeld van een vogel in z'n omgeving. Deze foto kon ik maken toen deze grauwe klauwier een stuk verder in het topje van een andere struik vloog.
Toen ik tenslotte weer bij de auto aankwam stond deze pony in een weiland te kwispelen alsof hij wilde vragen of hij mee mocht rijden.
Slotwoord: In slechts enkele uurtjes kon ik toch weer enkele leuke soorten fotograferen, er is altijd wat te beleven in de natuur en dat maakt het fotograferen ervan nou net zo leuk. Tot de volgende keer.