Zoals mijn blogbezoekers inmiddels wel weten bestaat mijn fotografie grotendeels uit vogelfotografie. Vogels hebben mij altijd gefascineerd en zullen dat ook blijven doen. Maar elk jaar heb je een periode, zo direct na de broedtijd dat vogels zich minder laten zien. Ze gaan in de rui om voor de winter een nieuw verenkleed te vormen en zijn in die periode erg kwetsbaar, vooral voor predatoren. Sommige soorten, o.a. eenden, kunnen zelfs een poosje helemaal niet vliegen omdat ze alle slagpennen gelijktijdig wisselen.
Niet alleen omdat daardoor de kansen om vogelfoto's te maken beperkter zijn, maar ook omdat ik het leuk vind om ook af en toe ook eens uitstapjes naar andere disciplines van natuurfotografie te maken, zoek ik dan naar andere onderwerpen, veelal in onze eigen tuin. En om te laten zien dat je b.v. voor insecten of vlinders niet altijd een macrolens nodig hebt, heb ik dit blog gemaakt. Het zijn geen bijzondere soorten zoals je die in de AWD aantreft, maar het ging mij hier vooral om de foto's, waarmee ik uiteraard niet wil zeggen dat je van bijzondere soorten geen mooie foto's kunt maken. En o ja, de enkele vogels die zich in deze periode in onze tuin lieten zien heb ik voor de afwisseling toch maar meegepikt, het bloed kruipt uiteindelijk toch waar het niet gaan kan, nietwaar.
Veel kijkgenoegen en bedankt nog voor jullie reacties op mijnvorige blog over de koereigers. (klik hier)
Groeten, Ad
Aardhommel, een algemene tuinsoort, hier op een vlinderstruik. Ik maakte alle foto's in dit blog met 180-600 mm. telelens. Je kunt met 600 mm. natuurlijk niet zo dichtbij komen als op 180 mm., maar met een beetje croppen kom je toch een heel eind.
Mijn aandacht werd in eerste instantie getrokken door een ander hommeltje op dit struikje. Het idee ontstond om eens te proberen ze vliegend te fotograferen.
De eerste pogingen, wel scherp maar van achteren. Het bokeh in de achtergrond was dan wel weer lekker.
Ondertussen liet zich op de knot van een moerbei dit heggenmusje zien.
En in de "valse" Christusdoorn zat deze mannetjesmerel.
Nadat hij in de vijver gebadderd had moesten de veren weer in het gareel gepoetst worden.
Op de rand van de vijver staat dit ruig haarmos. Met tegenlicht en wat onderbelichting steekt het mooi af tegen het water op de achtergrond.
In de vijver bloeide de waterlelie dit jaar uitbundig. Eveneens sterk onderbelicht anders zou het wit volledig uitbijten.
In de oeverzone stonden de blauwe lissen te shinen. Ze hebben een prachtig hart.
Op het blad van het snoekkruid in de vijver zag ik dit larvenhuidje (exuvium) van een uitgeslopen libel hangen. Ik heb helaas geen enkele uitsluiper gezien, volgend jaar maar eens beter opletten.
Aan zo'n larvenhuidje zijn de contouren van een libel goed zichtbaar. Ik heb geen idee waar die witte aanhangsels voor dienen.
Terug naar de hommels, maar wel bij het snoekkruid. Hier een andere soort, de akkerhommel een stuk kleiner dan de aardhommel.
Akkerhommel op snoekkruid. (Pontedeira cordata)
Akkerhommel op snoekkruid.
Akkerhommel, ik hoopte dat hij even los zou komen van de bloem, zodat ik hem in de vlucht kon fotograferen.
In heel ander licht zat deze vink enkele maanden later in de 'valse" Christusdoorn met z'n borst vooruit trots te wezen.
Het zingen kan dan natuurlijk niet lang uitblijven.
Vlinders heb ik dit jaar niet veel gezien in de tuin, het gaat slecht met ze niet alleen door het natte voorjaar. Hier een atalanta die met de koolwitjes wel regelmatig de vlinderstruiken bezocht, maar dagpauwogen zag ik mondjesmaat evenals de gehakkelde aurelia en de distelvlinder zelfs maar een keer, laat staan de koninginnenpage en de kleine parelmoervlinder, die heb ik dit jaar jaar helemaal niet gezien.
Atalanta, ondanks zijn (nog) algemeenheid vind ik het een prachtige vlinder.
Atalanta, ik probeer in elk geval de kop/ogen en de antennes scherp te krijgen.
Atalanta, kenmerkend ook die blauwe stipjes op de bovenkant van de achtervleugel.
Nog even terug naar de aardhommel, die bleef maar foerageren op de vlinderstruik.
Aardhommel op de vlinderstruik (Buddleja)
Aardhommel, hij vertikte het om te gaan vliegen, maar ach met zo'n mooi insect en kleurige achtergrond ben ik ook wel tevreden.
Huismussen hadden tot nu toe alleen onder dakpannen genesteld, maar dit jaar had een paartje een nestkast onder de boeiboord van de garage ontdekt. Als apen hingen ze soms tegen de garagemuur. Hier het mannetje met z'n donkere bef.
Hier is het vrouwtje de baas. Ze hebben er een nestje jongen grootgebracht.
De vijgenstruik werd vaak als uitvalsbasis gebruikt om van daar op insecten te jagen, want ondanks dat een huismus een zaadeter is worden er aan de jongen insecten gevoerd.
Huismus in de vijgenstruik, klaar om een insect te verschalken.
Tenslotte nog even terug naar de akkerhommeltjes. Wat me niet lukte bij de aardhommel kon ik uiteindelijk akkerhommel mooi scherp in de vlucht vastleggen. Ik gebruikte hierbij een sluitertijd van 1/1000 sec. waarbij de vleugels onscherp bleven en daardoor de beweging geaccentueerd werd.
Akkerhommel in vlucht. Omdat hij tegen een donkere achtergrond vliegt komt hij daar mooi los van.
Akkerhommel in vlucht met pakketje stuifmeel tussen z'n poten.
En als laatste deze vliegende akkerhommel waar ik het meest content mee ben. Het lijkt of hij met z'n poten z'n snuit schoonmaakt.
Slotwoord: Zoals ik in mijn inleiding aangaf zijn al deze foto's gemaakt met een telelens en ik ben blij verrast met het resultaat. Het grote voordeel t.o.v. een macrolens is dat je niet zo dichtbij je onderwerp hoeft te komen waardoor insecten, vlinders maar ook libellen niet zo snel verstoord worden. Ik ga dit in de toekomst beslist meer doen. Tot de volgende keer.