Op de grens van Brabant en Limburg bevindt zich een klein natuurgebied, genaamd de Banen. Vorig jaar wijdde ik al een tweetal blogs aan de koereigers die daar hun eerste broedgeval hadden. In het gebied huist ook jaarlijks een kolonie lepelaars. In het midden van het ven is een met bomen begroeid eiland, de plek waar de lepelaars hun nesten bouwen en broeden. Het daarvoor benodigde materiaal komen ze vaak halen in de ondiepe randen van het ven en bestaat meestal uit afgevallen takken die in het ven gevallen zijn. Een deel van dit blog gaat daarover.
Een ander gebied waar ik de afgelopen vijftien jaar veel gekomen ben en waar ik al menig blog aan heb gewijd is de Luijsen, een onderdeel van het grote natuurgebied Kempenbroek op de grens van Nederland en België. Omdat daar veel rietkragen zijn met nestelende kleine vogels, zoals de kleine karekiet, is het gebied ook erg in trek bij de koekoek die vanaf een hoge tak loert waar zij haar ei kan deponeren in het nest van zo'n waardvogeltje. Het andere deel van dit blog gaat daarover.
De foto's zijn allemaal gemaakt in de maand mei 2024. Veel kijkgenoegen en bedankt nog voor jullie leuke reacties op mijn vorige blog over K3 (klik hier)
Groeten, Ad
Lepelaar met opstaande kuif in de begroeiing aan de rand van het ven.
Vliegende lepelaar onderweg van het eiland naar de rand van het ven om daar materiaal voor de nestbouw te verzamelen.
Aanvliegende lepelaar terwijl een soortgenoot al bezig is met het zoeken naar geschikt nestmateriaal.
Deze lepelaar heeft wel iets van z'n gading gevonden, maar lijkt nog niet zo goed te weten hoe dit nou aan te pakken.
Hij lijkt te twijfelen of dit nou wel geschikt is en de moeite waard om eraan te beginnen.
Enfin, toch maar eens kijken of ik hier iets mee kan.
Het ding blijkt toch een stuk groter dan ik had gedacht.
Deze meerkoet dacht er het zijne van en nam een lekker verkoelend bad.
De lepelaar had intussen z'n snavel in die ongemakkelijke tak gezet en maakte er nu echt werk van.
Het viel niet mee om die tak onder controle te krijgen.
Ondertussen was ik natuurlijk wel erg benieuwd hoe hij dit nou aan zou pakken en hoe het af zou lopen.
En als dat rotding dan uiteindelijk ook nog onder je vleugels schiet dan hou je het maar voor gezien, een duidelijk gevalletje van zelfoverschatting.
Als het toch niet lukt om die tak mee te nemen dan kun je na zo'n krachtsinspanning maar beter eerst eens kijken of er nog een visje te vangen is.
Ik vond dit overigens wel merkwaardig gedrag voor een lepelaar, meestal maaien ze met hun snavel door het water om zo op de tast met die snavel visjes en garnaaltjes te vangen, maar hier ging hij als een oogjager tekeer net als een grote zilverreiger.
Uiteindelijk vloog hij onverrichter zaken terug naar het eiland.
In de oeverbegroeiing zat dit roodborsttapuit mannetje op z'n post.
De koekoek vanaf een hoge zitpost loerend over de rietvelden.
Voortdurend rondkijkend of zich ergens een rietvogeltje verraadt.
Regelmatig wordt er ook een rondvlucht gemaakt boven de rietvelden om vervolgens weer op de uitkijkpost terug te keren.
Aanvliegende koekoek op de uitkijkpost.
De landing is ingezet.
Om vervolgens maar weer de omgeving af te speuren, want dat ei zal op een gegeven moment toch gelegd moeten worden.
Slotwoord: Intussen zijn de koekoeken alweer gearriveerd vanuit hun overwinteringsgebieden in Zuid-Afrika. In de loop der jaren maakte ik al best veel koekoeksfoto's, zelfs van heel dichtbij, maar een ultiem doel zou zijn om een koekoeksjong te fotograferen dat gevoerd wordt door de (stief)ouder waardvogel. Misschien dat het dit jaar lukt. Tot de volgende keer.