Door op een foto te klikken krijgt u een vergrote weergave. De foto, vooral de scherpte, is dan echt van veel betere kwaliteit.

Op mijn beelden rust copyright (© advanduren) en ze mogen niet voor andere doeleinden worden gebruikt dan waarvoor mijn schriftelijke toestemming is verleend.

woensdag 30 april 2025

Lepelaar en Koekoek

Op de grens van Brabant en Limburg bevindt zich een klein natuurgebied, genaamd de Banen. Vorig jaar wijdde ik al een tweetal blogs aan de koereigers die daar hun eerste broedgeval hadden. In het gebied huist ook jaarlijks een kolonie lepelaars. In het midden van het ven is een met bomen begroeid eiland, de plek waar de lepelaars hun nesten bouwen en broeden. Het daarvoor benodigde materiaal komen ze vaak halen in de ondiepe randen van het ven en bestaat meestal uit afgevallen takken die in het ven gevallen zijn. Een deel van dit blog gaat daarover.

Een ander gebied waar ik de afgelopen vijftien jaar veel gekomen ben en waar ik al menig blog aan heb gewijd is de Luijsen, een onderdeel van het grote natuurgebied Kempenbroek op de grens van Nederland en België. Omdat daar veel rietkragen zijn met nestelende kleine vogels, zoals de kleine karekiet, is het gebied ook erg in trek bij de koekoek die vanaf een hoge tak loert waar zij haar ei kan deponeren in het nest van zo'n waardvogeltje. Het andere deel van dit blog gaat daarover.

De foto's zijn allemaal gemaakt in de maand mei 2024. Veel kijkgenoegen en bedankt nog voor jullie leuke reacties op mijn vorige blog over K3 (klik hier) 

Groeten, Ad


Lepelaar met opstaande kuif in de begroeiing aan de rand van het ven.


Vliegende lepelaar onderweg van het eiland naar de rand van het ven om daar materiaal voor de nestbouw te verzamelen.


Aanvliegende lepelaar terwijl een soortgenoot al bezig is met het zoeken naar geschikt nestmateriaal.


Deze lepelaar heeft wel iets van z'n gading gevonden, maar lijkt nog niet zo goed te weten hoe dit nou aan te pakken.


Hij lijkt te twijfelen of dit nou wel geschikt is en de moeite waard om eraan te beginnen.


Enfin, toch maar eens kijken of ik hier iets mee kan.


Het ding blijkt toch een stuk groter  dan ik had gedacht.


Deze meerkoet dacht er het zijne van en nam een lekker verkoelend bad.


De lepelaar had intussen z'n snavel in die ongemakkelijke tak gezet en maakte er nu echt werk van.


Het viel niet mee om die tak onder controle te krijgen.


Ondertussen was ik natuurlijk wel erg benieuwd hoe hij dit nou aan zou pakken en hoe het af zou lopen.


En als dat rotding dan uiteindelijk ook nog onder je vleugels schiet dan hou je het maar voor gezien, een duidelijk gevalletje van zelfoverschatting.


Als het toch niet lukt om die tak mee te nemen dan kun je na zo'n krachtsinspanning maar beter eerst eens kijken of er nog een visje te vangen is. 


Ik vond dit overigens wel merkwaardig gedrag voor een lepelaar, meestal maaien ze met hun snavel door het water om zo op de tast met die snavel visjes en garnaaltjes te vangen, maar hier ging hij als een oogjager tekeer net als een grote zilverreiger.


Uiteindelijk vloog hij onverrichter zaken terug naar het eiland.


In de oeverbegroeiing zat dit roodborsttapuit mannetje op z'n post.


De koekoek vanaf een hoge zitpost loerend over de rietvelden.


Voortdurend rondkijkend of zich ergens een rietvogeltje verraadt.


Regelmatig wordt er ook een rondvlucht gemaakt boven de rietvelden om vervolgens weer op de uitkijkpost terug te keren.


Aanvliegende koekoek op de uitkijkpost.


De landing is ingezet.


Om vervolgens maar weer de omgeving af te speuren, want dat ei zal op een gegeven moment toch gelegd moeten worden.

Slotwoord: Intussen zijn de koekoeken alweer gearriveerd vanuit hun overwinteringsgebieden in Zuid-Afrika. In de loop der jaren maakte ik al best veel koekoeksfoto's, zelfs van heel dichtbij, maar een ultiem doel zou zijn om een koekoeksjong te fotograferen dat gevoerd wordt door de (stief)ouder waardvogel. Misschien dat het dit jaar lukt. Tot de volgende keer.

zaterdag 19 april 2025

3 K's in de Anselberg en de tuin

Vreemde titel van dit blog zou je zeggen, maar het is heel simpel. Het afgelopen jaar fotografeerde ik weer regelmatig in de Anselberg, een klein gebied aan de rand van de Groote Peel waar ik evenals in voorgaande jaren een paartje grauwe Klauwieren volgde, de eerste K. In dezelfde periode in mei zag ik daar een Koekoek, de tweede K en tenslotte heb ik me, evenals in het vorige blog met de staartmees, in onze tuin bezig gehouden met het fotograferen van een vliegende Koolmees, de derde K. Over deze soorten, aangevuld met nog enkele andere foto's gaat dit voor mijn doen hele korte blog.

Veel kijkgenoegen en bedankt voor de heel veel leuke reacties en complimenten die ik kreeg op mijn vorige blog over de "Vliegende witkop" (klik hier)


Mannetje grauwe klauwier in een tegendraadse houding hetgeen ik als het enigszins mogelijk is altijd probeer te fotograferen omdat ik het mooi vind. De vogel zit hier volledig op z'n gemak met doorgezakte poten ondanks dat ik hem hier in het open veld te voet benaderd heb. Als je hiervoor de tijd neemt, dit voorzichtig in kleine stapjes doet en voortdurend het gedrag in de gaten houdt win je het vertrouwen van de vogel en is het verbluffend hoe dichtbij je kunt komen. Uiteraard geldt dit niet voor alle soorten.


Zo trof ik de grauwe klauwier in eerste instantie aan, ver weg met een gevangen prooi in z'n snavel. Ze hadden in de omgeving jongen dus het was zaak om hier rekening mee te houden en zeker niet te zorgen voor verstoring. Het opgewipte pootje vond ik wel een leuke aanvulling in de foto.



Ik had me in de buurt achter een bramenstruik opgesteld en na korte tijd kwam de vogel zelf dichterbij. Het is de voorste tak op de vorige foto.



Grauwe klauwier met gevangen insect.



Soms spietsen ze de prooi op een doorntak of prikkeldraad, maar daar was deze mooi gestreepte hommel niet voor bedoeld.



Ook hier zat de grauwe klauwier na heel korte tijd weer volledig op z'n gemak, te zien aan de doorgezakte poten die erop duiden dat hij totaal geen aanstalten maakt om weg te vliegen. Omdat ik wist dat er in de buurt een nest met jongen was ben ik na deze foto voorzichtig weggegaan. Alles bij elkaar heeft het maken van deze foto's nog geen halve minuut geduurd en weet ik zeker dat er geen verstoring heeft plaatsgevonden gezien het feit dat anderhalve week later de jongen gezond en wel zijn uitgevlogen. Ook van de uitgevlogen jongen kon ik later nog foto's maken die wellicht in een van de  volgende blogs nog voorbij komen. 



Het mannetje grauwe klauwier op een heel andere plek lekker relaxed en vrijzittend op een tak. Hopelijk komen ze dit jaar weer terug in het gebied.



In hetzelfde gebied trof ik deze viervleklibel hangend aan een takje.



Toen ik verderop het beboste deel van het gebied in liep werd mijn aandacht getrokken door een roepende koekoek. Boven in de takken van een boompje liet hij zich zien. Ik maakte veel opnames waarvan ik deze, waar hij even z'n vleugels openklapte, selecteerde.



In onze tuin hebben we verschillende nestkasten hangen, vorig jaar was deze bezet door een paartje koolmezen. Als je deze vogels vliegend wilt fotograferen kun je scherpstellen op een fictief punt voor de nestkast en met een beetje geluk lukt het dan om hem scherp te fotograferen. Het tegenlicht valt hier op de vleugel waardoor de pootjes door de vleugel zichtbaar zijn.



Het is natuurlijk mooier als de kast niet zichtbaar is, hier heb ik wat verder van de kast scherp gesteld en als de vleugels dan ook nog gestrekt zijn ben ik wel tevreden.



Nog een laatste foto van de koolmees omdat het licht zo mooi door de vleugels valt. Lastig maken overigens deze foto's omdat je tegen een donkere achtergrond fotografeert en daardoor weinig licht hebt terwijl je juist veel licht nodig hebt om een snelle sluitertijd te kunnen realiseren. Omhoog die iso dus, hier op 3200.



Nog een laatste foto van het gebied de Anselberg omdat ik het wel leuk vond dat ik al lopend terug naar de auto in verte een fietser aan zag komen en er enkele mensen bij tractor stonden te buurten terwijl deze haas doodgemoedereerd het pad overstak.

Tot de volgende keer waar wat variatie van soorten in een ander gebied in de buurt aan bod komen.