In dit blog wil ik voornamelijk de gierzwaluw belichten. Het is eigenlijk het vervolg op het vorige blog over de vogels van het Lauwersmeer (klik hier) omdat ik deze soort ook daar fotografeerde. Toen we tijdje op de uitkijkpost bij Ezumakeeg stonden, kreeg in de gaten dat daar regelmatig gierzwaluwen langs scheerden en nadat ik eerst al wat andere soorten vliegend had gefotografeerd, besloot ik me eens te wagen aan het fotograferen van die gierzwaluwen. Nou, dat bleek bepaald geen sinecure, sjonge jonge wat zijn die vogels snel en wendbaar. Ik had al eens eerder slechtvalken,die bekend staan als de snelste vliegers ter wereld, in de vlucht gefotografeerd, en dat klopt ook wel als ze zich van grote hoogte in een duikvlucht op hun prooi storten. Maar de gierzwaluw is natuurlijk veel kleiner, dus moeilijker in beeld te krijgen en te houden en hij vliegt sneller dan een slechtvalk in zijn normale vlucht. Bovendien kun je geen peil trekken op het verloop van die vlucht, ze schieten van links naar rechts en van boven naar beneden. Het kostte me veel ruimte van mijn geheugenkaartje en sluiterclicks van de camera om nog maar niet te praten over mijn concentratievermogen, maar uiteindelijk is het me gelukt om een serie foto's te schieten die ik graag wil laten zien.
Om voor wat afwisseling te zorgen heb ik tussendoor de foto's van de andere soorten in deze serie opgenomen, veel kijkgenoegen.
Groeten, Ad
Om maar met de deur in huis te vallen, dit is het beste resultaat van al mijn inspanningen, een gierzwaluw in volle vlucht in een mooie houding met gespreide staart.
In eerste instantie had me al beziggehouden met enkele bruine kiekendieven, zoals dit vrouwtje dat best ver weg vloog.
Maar dat al snel opgevolgd werd door dit mannetje bruine kiekendief.....
.....Dat steeds dichterbij kwam gevlogen.....
.....en waarvan ik tenslotte deze foto kon maken.
In de struiken bij de uitkijkheuvel zong deze rietgors zijn hoogste lied.
Aanvankelijk vlogen de gierzwaluwen best laag over het water, een bijkomend probleem omdat de autofocus de vogel dan nog moeilijker kan vinden en de lens constant de neiging heeft om op het water scherp te stellen.
Maar gaandeweg kreeg ik er wat meer vat op.
Een aanvliegende vogel is voor de autofocus nog lastiger dan een voorbij vliegende vogel.
Voor me in het water stond een een grote zilverreiger en zwom een meerkoetje.
Even later ging de grote zilverreiger op de wieken.
En vloog er een gierzwaluw in de onscherpte in mijn beeld. Dit was voor mij de aanleiding om eens te proberen om die in de vlucht te "vangen".
Bij een van de eerste pogingen bleek ik een huiszwaluw te pakken te hebben in plaats van een gierzwaluw.
Maar na flink wat mislukte pogingen en wat puzzelen met de juiste camera-instellingen kreeg ik eindelijk ook een vliegende gierzwaluw redelijk in beeld.
Met die camera-instellingen kwam ik uiteindelijk uit op 1/4000 sec. waardoor de iso-waarde omhoog moest naar 3200 en gebruikte ik een diafragma van f7.1 om toch even wat meer scherptediepte te krijgen.
Deze vloog wat verder weg, maar ik vond die gespreide staart zo leuk waaraan je kunt zien dat ze die tijdens de vlucht gebruiken om in balans te blijven.
Ondanks dat je met 600 mm. fotografeert kom je eigenlijk bij dit soort fotografie toch nog mm.'s te kort.
Voor me op een randje in het water waren twee meerkoeten hevig met elkaar in gevecht. Ik vond het wel leuk dat aan beide zijden twee meerkoeten stonden toe te kijken waardoor er een soort symmetrie ontstond.
Op een gegeven moment ging een van de meerkoeten er als een haas vandoor.
Een foto van hoe ik vanaf de uitzichtpost over de arm van het Lauwersmeer keek.
De gierzwaluw is in diverse opzichten een wat merkwaardige vogel. Behoudens dat hij heel snel is verblijft hij bijna zijn hele leven in de lucht. Ze eten, slapen en paren in de lucht en komen slechts aan de grond, meestal op daken, om te broeden en hun jongen te voeren.
En omdat ze die poten zo weinig gebruiken zijn die gedegenereerd tot minuscule onderdanen waar ze nauwelijks kracht in hebben. Als een jong na het uitvliegen niet direct op de vleugels gaat en op de grond terecht komt heeft dat soms niet voldoende power om af te zetten om weer op te vliegen. Het helpt dan om ze even omhoog te gooien, meestal vliegen ze dan wel weer weg.
Een ander fenomeen is dat wanneer het hier langere tijd slecht, lees regenachtig, weer is waardoor er weinig insecten in de lucht vliegen, ze voedselvluchten ondernemen van honderden km's. Het is bekend dat vogels die hier nestelden helemaal naar Parijs vlogen om daar insecten te vangen om die vervolgens hier aan hun jongen te voeren.
Dat vangen van insecten doen ze door hun relatief kleine snavel ver open te sperren zodat de insecten daar in vliegen. Vervolgens verwerkt de gierzwaluw die tot een grote bal die hij dan meeneemt naar het nest om de jongen te voeren.
Tussendoor pikte ik nog deze grote zilverreiger mee, een stuk makkelijker in de vlucht te fotograferen, het gaat allemaal veel trager.
In tegenstelling tot de grote zilverreiger bovenaan in dit blog, die met z'n zwarte snavel al in broedkleed was, is deze zilverreiger met z'n gele snavel nog in winterkleed.
Grote zilverreiger.
Nog even terug naar de gierzwaluwen. Een van de weinige keren dat het me lukte om een aanvliegende vogel scherp in beeld te krijgen.
Een foto waar de gierzwaluw net als bij de openingsfoto vrij dichtbij vloog waardoor er wat meer details zichtbaar worden. Je ziet behoudens de stijve sikkelvormige vleugels ook de schubachtige tekening op de borst die wel aan een karper doet denken.
Er is nog een andere soort gierzwaluw n.l. de vale gierzwaluw. Even dacht ik die hier te pakken te hebben, maar ik denk dat het toch de lichtval is die hier een lichtere soort doet vermoeden.
Tenslotte nog een laatste foto waarop de details van de bovenkant van de vleugels goed te zien is. En, o ja, bij het slapen in de lucht kunnen ze blijkbaar een hersenhelft uitschakelen.
Slotwoord: Volgende keer nog wat andere vogels die ik bij het Lauwersmeer fotografeerde. De grutto krijgt hierin een prominent plekje.